Het is een druilerige dag, als we ons voor het optreden naar Osdorp begeven. We kennen inmiddels de weg als we ons naar de kleedkamer begeven, want ook in dit tehuis komen we al jaren.
Het is even wennen, als we ons dit keer voor de bar opstellen, want voorgaande jaren hadden we altijd juist zicht op de bar. Het publiek heeft er zin in en zingt veel liedjes enthousiast mee. We zien een man en een vrouw in liefdevolle omhelzing naar ons kijken. Achter zich houdt hij haar handen stevig vast en het is mooi om te zien, dat hij haar niet meer los wil laten.
Bij “Amsterdam huilt” is men stil en het lijkt alsof velen van ons ook wat moeten wegslikken. Maar de zonnige potpourri van de Zangeres zonder Naam laat ons het grauwe weer buiten weer even vergeten.
Een heer rechts van ons is ongeduldig. We staan voor de bar en hij laat paar keer luid horen, dat hij een drankje wil bestellen en wij staan behoorlijk in de weg. Als Hanni het laatste nummer van de eerste set wil aankondigen, vraagt ze of men weet hoe we vroeger Jenever noemden. “Jajem” roept de wachtende meneer. Dat klopt, maar wij bedoelden natuurlijk pikketanussie.
Bij de “Jordaan Wals” haken een paar dames bij het raam stevig in en achterin wordt zelfs gewalst.
Vandaag zijn ook onze aspirant-leden weer aanwezig en we zien ze al enthousiast meezingen. De bedoeling is, dat ze snel ons koor komen versterken en zo te zien zijn ze al bijna even ongeduldig, als de dorst hebbende bewoner.
Ook dit optreden is mede mogelijk gemaakt door sponsoring en de Stichting Amsterdamsch Plezier.